Een leraar die didactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn klas en zijn lessen.
Ik was van in het begin erg sterk in het voorlezen van prentenboeken. De kleuters zaten geboeid te luisteren en reageerden op vragen die ik stelde. Tijdens een woordenschatles die ik gaf in het kader van het beroepsvak Nederlands, was het verrassend om te zien hoeveel kleuters achteraf nog wisten van het verhaal dat ik aan het begin van de les verteld had.
Uit de les ‘begrippen’ die ik had ontworpen voor een paar kleuters die een taalachterstand hebben, blijkt dat ik dicht bij de leefwereld van de kinderen bleef. Ik maakte gebruik van een stoel om de begrippen onder, op, naast en voor aan te leren. Daarna herhaalde ik dezelfde begrippen maar dan met een poppenhuis en een poppetje. Ik probeer een les altijd op een originele manier te beginnen. Soms lukt dat, zoals de les taalbeleving in groep 7, waarbij de leerlingen woorden moesten opzoeken rond het thema ‘stoomtrein’. Vooraf had ik een fragment laten zien van Klokhuis over de ‘Arend’.
Toch kwam het ook vaak voor dat ik het niveau van de leerlingen overschatte. Zoals de lessen met de knijpkaarten die ik gaf aan de kleuters van groep 1 en 2. Het idee was leuk, vooral omdat de kinderen nog nooit met een knijpkaart hadden gewerkt, maar de activiteit voor groep 2 was vrij makkelijk, terwijl die voor groep 1 juist moeilijk was. Zelfs de kleuters van groep 2 vonden die moeilijk.
Tijdens het tweede deel van mijn stage, in groep 7, kwam ik voor het eerst in aanraking met het digibord. Dat ging niet goed, vooral omdat ik niet gewend ben om te schrijven op het bord en het aaneenschrijven verleerd ben. Daar wil ik de komende tijd zeker aan werken en heb er daarom een PAP van gemaakt.
Ik heb mezelf overtroffen door een rekenles te geven in groep 7. Ik ben zelf een zwakke rekenaar , maar wilde de uitdaging wel aan gaan. Ik had me ook extra goed voorbereid en de oefeningen thuis gemaakt, zodat ik zeker wist dat het goed ging. De komende periode wil ik graag gebruiken om nog meer rekenlessen te geven.
Voor de beroepstaak Nederlands heb ik me verdiept in het aanleren van woordenschat voor kleuters, voor leerlingen van groep 5 en voor leerlingen van groep 8. De lessen voor de kleuters heb ik daadwerkelijk gegeven (zie boven), net zoals de les voor groep 8. Als tweede domein koos ik spelling. Daarvoor heb ik lessen ontworpen voor groep 1/2, voor groep 5 en voor groep 7. Ik heb alleen aan groep 7 de les daadwerkelijk gegeven.