Een leraar die competent is met betrekking tot reflectie en ontwikkeling, denkt voortdurend na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid.

Het schrijven van reflecties was voor mij best lastig. Hoewel ik gewend ben om te schrijven, bleek het moeilijk om mijn ware gevoelens en gedachten op papier te zetten. Ik kwam er vrij snel achter dat ik verzand in oppervlakkige omschrijvingen, terwijl het juist de bedoeling is concreet te omschrijven wat er exact gebeurd op een bepaald moment.

Op dit vlak heb ik veel steun gehad aan mijn contactdocent die mij wees op mijn zwakke punten. Gaandeweg mijn stage ging het beter, maar toch heb ik in een van mijn pPAP’s gewijd aan het schrijven van betere reflecties. Ik heb dit ook verwoord in leertaak 7 van de Methodische Praktijkbegeleiding.

Ik denk dat ik wel gegroeid ben in het schrijven van reflecties. Bij mijn eerste reflectie bijvoorbeeld had ik het over meerdere gebeurtenissen, terwijl mijn laatste reflectie vooral gewijd is aan een specifieke gebeurtenis. Ook heb ik nagedacht over het leraarschap, na mijn ervaringen in groep 8.

Voor mijn POP heb ik ook nagedacht over hoe ver ik nu sta. Daaruit blijkt dat mijn aandachtspunten nog steeds zijn orde en overzicht houden, en concreet reflecteren. Op vakinhoudelijk en didactisch gebied moet ik nog werken aan het inzetten van het digibord en ik moet me bekwamen in rekenen.

Daarnaast heb ik het ‘Wie ben ik-formulier ingevuld’, dat bestaat uit 73 vragen die iets zeggen over je persoonlijkheid. Daaruit blijkt vooral dat ik enthousiast ben, goed in samenwerken ben, oriëntatie- en coördinatietalent en heb redelijk wat zelfvertrouwen. Toch vind ik het fijn om steun of bevestiging te krijgen. Verder blijkt planning niet mijn sterkste kant, net zo min als logisch en analytisch denken. Ik ben duidelijk meer een doetype dan een denktype.